Welke film speel jij af? 

Vorige week zat er een fantastische vrouw tegenover me.
Ze moest binnenkort geopereerd worden. We hadden al weken gewerkt aan haar voorbereiding, lichamelijk én mentaal. En nu was het zover. De dag van de operatie kwam dichterbij.

Ik keek haar aan en vroeg zacht:
“Hoe gaat het met je?”

Ze keek weg. “Daar wil ik het eigenlijk niet over hebben,” zei ze.

Ik glimlachte begripvol. “Is het spannend?”

Ze knikte. En toen ze het woord operatie hoorde, vulden haar ogen zich met tranen.
“Telkens als ik eraan denk,” zei ze, “lijkt het alsof ik het niet meer kan verdragen.”

Ik vroeg haar: “Wat kun je dan niet verdragen?”

Ze antwoordde: “Het gevoel van angst en spanning.”

Dus gingen we samen kijken naar wat daaronder lag.
Wat zag ze voor zich als ze dacht aan die operatie?

En toen kwam het eruit: ze had in haar hoofd een horrorfilm gecreëerd.
Een film die telkens opnieuw afspeelde — vol angst, pijn, ellende.

Ik vroeg haar: “Weet jij zeker dat dát is wat er gaat gebeuren?”
Ze keek me aan. “Nee…” zei ze zacht.

En daar, precies op dat moment, gebeurde er iets.

Ik vroeg: “Als je dan toch niet weet wat er gaat gebeuren, waarom zou je niet een ander beeld kiezen? Een beeld dat je helpt, in plaats van verlamt?”

Samen maakten we een haar droomfilm.
We fantaseerden hoe het zou gaan als alles precies goed verliep.
Hoe ze rustig ademhaalde. Hoe de artsen kundig en liefdevol waren. Hoe haar lichaam moeiteloos herstelde.

En iets bijzonders gebeurde: haar hele energie veranderde.
Ze ontspande. Haar ogen werden zachter. Ze glimlachte zelfs.

Tot ze ineens zei: “Maar dit is niet reëel.”

Ik glimlachte weer. “Was je horrorfilm wél reëel?”

Ze moest lachen. “Nee…”

“Oké,” zei ik. “Welk gevoel heb je liever als je straks die operatie in gaat?
Een gevoel van angst en spanning, of een gevoel van vertrouwen en rust?”

Ze dacht even na. “Het tweede.”

“Dan kies daarvoor,” zei ik. “Want als beide scenario’s nog niet echt zijn, waarom zou je niet kiezen voor het beeld dat jou kracht geeft?”

En weet je wat?
Daar zit precies de les in die zó veel vrouwen vergeten op het moment dat het leven ineens alle kanten opgaat.

We denken dat we ons indekken door alvast te denken aan wat er mis kan gaan.
Dat als we het ergste maar verwachten, het daarna misschien meevalt.

Maar wat we ondertussen doen, is onszelf dagen, weken, soms maanden vullen met angst, spanning en verdriet.
We leven in een film die nog niet eens is uitgekomen.

Wat een zonde, hè?

Want het brein weet geen verschil tussen wat écht is en wat jij levendig verbeeldt.
Alles wat je aandacht geeft, groeit.
En jouw lichaam reageert daarop — met hormonen, gevoelens, spanning of ontspanning.

Dus als jij kiest voor het droomfilm, zelfs al weet je niet of het uitkomt, geef je je lichaam een kans om zich te ontspannen. Om te helen. Om beter uitgerust de operatie in te gaan.
Om krachtig te zijn, in plaats van bang.

Ik zeg niet dat je niet bang mag zijn.
Angst is menselijk.
Maar de vraag is: welke film laat jij in je hoofd draaien?

Want jij bent de regisseur.
Altijd al geweest.